Er zijn twee methoden om een website te realiseren:
De eerste methode is veruit de eenvoudigste methode.
De tweede methode biedt meer mogelijkheden, maar is ook ingewikkelder
te configureren en beheren.
Bij webhosting met statische HTML 1) pagina's staan de pagina's van de website als HTML bestanden op de webserver. 2)
Het opvragen van een webpagina gaat als volgt:
De Webserver fungeert hier als bestandsserver.
Het beheer van een website is eenvoudig: de redactie beheert de HTML bestanden op de webserver.
Hoewel het oorspronkelijke concept van het World Wide Web 5) gebaseerd was op statische HTML pagina's, bleek het concept ook een succes als platform voor client/server applicaties. 6) 7) Op _e'_e'n punt moest het oorspronkelijke concept worden aangepast: het HTTP protocol was niet ontworpen om informatie over de sessie en de client bij te houden (session-ID, authorisatie, gebruikersvoorkeuren, enz.). Dit probleem werd opgelost via het “HTTP cookie” concept: de Webserver stuurt hierbij “cookies” (data) naar de Webbrowser. Vervolgens stuurt de Webbrowser deze cookies met iedere pagina-aanvraag mee naar de Webserver.
De procedure voor het opvragen van een webpagina uit een Applicatiegestuurd systeem lijkt sterk op die voor het opvragen van een statische HTML pagina:
Bij een Applicatiegestuurd systeem wordt de HTML data gegenereerd
8)
door de Applicatie.
De Applicatie bepaalt hoe de webpagina's er uit zien.
De Webserver fungeert hier als doorgeefluik.
De rol van de Webbrowser is niet anders dan bij de methode met
statische HTML pagina's.
We onderscheiden twee varianten Applicatiegestuurde systemen:
Bij bestandsgebaseerde systemen leest de Applicatie de benodigde
data uit bestanden en genereert op basis hiervan de gevraagde HTML data.
De opmaak (taal) van de bestanden wordt bepaald door de Applicatie.
Enkele voorbeelden van bestandsgebaseerde systemen:
Bij database gebaseerde systemen leest de Applicatie de benodigde data uit een (SQL) Database 9) en genereert op basis hiervan de gevraagde HTML data.
Database gebaseerde systemen zijn ingewikkelder in het beheer dan
bestandsgebaseerde systemen.
De informatie in de Database is alleen toegankelijk via
het Database Management System (DBMS).
Bij een SQL gebaseerde Database vereist dit kennis van de SQL taal.
Ook het maken van een backup van data uit een Database is ingewikkelder
dan het archiveren van bestanden.
Er moet eerst een “dump” van de Database data worden gemaakt in een bestand.
Dit dump-bestand kan vervolgens worden gearchiveerd.
Om een Database gebaseerd systeem te kunnen beheren is dus kennis van de
Applicatie _e'n van het gebruikte DBMS noodzakelijk.
Enkele voorbeelden van database gebaseerde systemen:
Veel gebruikte Open Source Database Management Systemen (DBMS):
Content Management Systemen zijn applicaties, die een webhosting
systeem met statische HTML pagina's nabootsen.
De bedoeling is om extra functionaliteit te kunnen bieden, bijv.:
Maar al deze functionaliteit heeft wel een prijs: complexiteit!
Overschakelen van een webhosting systeem met statische pagina's
naar een CMS resulteert in een geheel nieuwe beheerlaag:
Applicatiebeheer.
Waar het bij een webhosting systeem met statische HTML pagina's
voldoende is, dat de Webserver goed functioneert, vereist een
website met CMS tevens een goed werkende CMS applicatie.
Een fout in de configuratie kan een niet goed of zelfs een geheel
niet werkende website opleveren!
De Internet Service Provider (ISP) beschikt over breedbandige Internet verbindingen (trunks) en verkoopt deze bandbreedte door aan haar klanten:
Daarnaast verleent de ISP Internet Domein registratie faciliteiten.
Voorbeelden van ISP's:
Hosting betekent gastheerschap.
Een Hosting Provider biedt zijn klanten faciliteiten voor het
huisvesten van hun websites en applicaties.
Er zijn verschillende vormen:
Voorbeelden van Hosting Providers:
De Hosting Provider verhuurt capaciteit en biedt services op zijn computer/server(s):
De Hosting Provider is verantwoordelijk voor het technisch operationeel houden van zijn computer/server(s) en de hierop aangeboden diensten voor de klant.
De Hosting Provider biedt:
In beginsel is de klant zelf verantwoordelijk voor het beheer van zijn eigen computer/server(s).
De Hosting Provider verdeelt zijn fysieke computer/server(s) in
virtuele servers.
De klant huurt een virtuele server.
Afhankelijk van het type virtuele server gedraagt de virtuele server
zich min of meer gelijk aan een eigen fysieke server.
Het belangrijkste voor de klant is, dat hij zijn eigen applicaties
en services kan installeren.
De klant is dus niet afhankelijk van wat de Hosting Provider hem
standaard aanbiedt.
De kosten van een virtuele server zullen daarentegen in de regel lager zijn
dan de totale kosten (provider huur + afschrijving server) van een
eigen server.
De klant kan zelf virtuele servers aanmaken op de fysieke computer/server(s)
van de Hosting Provider.
De klant weet niet op welke fysieke computer/server een virtuele server
draait.
De Hosting Provider kan (automatisch) virtuele servers verplaatsen
naar andere fysieke computer/server(s).
(Bijv. om de fysieke servercapaciteit beter te gebruiken.)
Afhankelijk van het netwerk van de Hosting Provider kan Cloud Computing over landsgrenzen heengaan. Dit kan betekenen dat de klant (mogelijk zonder zich hiervan bewust te zijn) te maken kan krijgen met nationale regelgeving (bijv. in het kader van terrorismebestrijding) in andere landen (bijv. VS).
De Applicatie- en Database beheerder is verantwoordelijk
voor het technisch operationeel houden van de Applicatie.
Applicatie- en Database beheer zijn op zich twee functionele gebieden,
maar zijn zo nauw met elkaar verweven dat ze vaak in _e'_e'n hand
worden gelegd.
Applicatie beheer omvat o.a:
Database beheer omvat o.a:
Benodigde kennis en vaardigheden:
De Website redactie is verantwoordelijk voor de inhoud van de website.
Vergelijk de Website redactie met de redactie van een krant.
Copyright © 2011 Integrated Services; Tux4u.nl
Author: Marjan Waldorp; webhosting-rollen 2011-11-03